23 juli 2020
Wie wel eens tour maakt neemt van vaak de omgeving in een flits in zich op. Maar als je niet goed om je heen kijkt laat je de mooiste momenten aan je voorbijgaan. Het lijkt er daarom ook op dat hoe langzamer je je beweegt, hoe meer je tegen komt. Feitelijk dien je bewust te worden wat je om je heen ziet. En dat is niet voor niets. In de auto ben je snel van A naar B maar wat heb je feitelijk gezien, een bos of veld trekt aan je voorbij. Op de fiets wordt dat al veel beter, dan worden de bossen bomen en struiken, maar een wandeling laat je toch wel het meest zien.
Sind 2018 loop ik samen met mijn vrouw de route van het Pieterpad. In etappes van elke keer een 20 km lopen we in de schaarse vrije weekenden van noord naar zuid door Nederland.
Het Pieterpad is niet zomaar een langea fstandswandeling van 490 km. Het is de langste route in Nederland en staat zelfs internationaal beschreven bij de lange afstandswandelingen ter wereld. Je zou haast denken dat in Nederland de wandelpaden langs het wegennet lopen maar het tegendeel is waar. Ver weg van de drukte en de risico’s in deze tijd ga je je over smalle bospaadjes en onverharde wegen door landerijen, weiden en langs velden. Het brengt je door een stilte en natuur die je in ons land niet meer zou verwachten.
Die ontspannen trek is zo een bijzondere ervaring dat is de sociale media er een aparte groep bestaat van al deze wandelaars die hun ervaringen delen. Contact met andere wandelaars is daardoor in deze tijd gelukkiger wijs meer dan op 1,5 meter afstand maar wel aanwezig. Het is zo bijzonder mooi dat je op tocht zo veel bijzondere schoonheid tegenkomt. Ik heb bijvoorbeeld om maar te noemen een aparte app op de telefoon gezet waar we de kleurrijke veldbloemen onderweg mee kunnen identificeren. Wie spreekt er dan bij zoveel kleurenpracht nog van onkruid. Gods schepping is zo mooi en ook zo dichtbij dat is zekere de moeite waard om in de eigen kracht van de benenwagen te ervaren.
Zo liepen we aan de Rijn naar Groesbeek. Ik kende het landschap daar niet maar de heuvels die wel bekend zijn van de Arnhemse vierdaagse hebben een ongekende schoonheid en getuigen van vele panorama’s over het grote rivierdal van de Waal.
Dit wandelen brengt mij persoonlijk ook in een bijzondere cadans. Vaak bid ik onderweg de rozenkrans of een tientje ervan. Het ritme van het gebed brengt mij in een goede loop en laat mij met god en de natuur één zijn. Vaak is dit het moment dat ik en mijn vrouw wel zo’n 100 meter uit elkaar lopen. Elk in zijn eigen volop genietend.
Op één van die routes tussen Zelhem en Braamt kwamen we wel een heel bijzonder punt tegen. Ik noem het zelf hier maar Onze Lieve Heer van de Wilg. Dan wordt je toch gegrepen door de adem van onze Lieve Heer. In de vorige nieuwsbrief in mijn tekst over de Emmaüsgangers vertelde ik al dat een ontmoeting met de heer altijd dichtbij is. Ook als je maar zo een wandeling door Nederland maakt.
De laatste route die we tot heden liepen naar Groesbeek, kwamen we onderweg nog een route tegen. Het schelpenpad. Verbaasd realiseerden we ons dat we al op weg waren naar Santiago de Compostella en het Jacobusgraf. Misschien nog wat ver gekeken en moeten we eerst maar eens dichter bij Maastricht en Sint Servaas komen op weg naar het eindpunt de Pietersberg. Wie weet wat we op de paden nog aan devotie tegenkomen. Beginnen met lange afstand wandelen besmet en leidt zeker tot navolging……